Boekje van themadag: DE MYSTERIËN VAN CHRISTUS IN DEZE TIJD

Van Dichterbijdanooit

THEMA-DAG OVER DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS

of

 DE MYSTERIËN VAN CHRISTUS IN DEZE TIJD 

Inleiding

Zuster Faustina Kowalski was kloosterlinge in Polen. In 1931 verscheen Jezus aan haar. Ze vertelde: Toen ik ’s avonds in mijn cel was, aanschouwde ik Jezus, in een wit gewaad. De rechterhand had hij opgeheven, om de zegen te geven, met de andere raakte Hij zijn kleed aan ter hoogte van zijn hart. Uit het kleed dat bij het hart een weinig geopend was, schitterden twee stralenbundels. De ene was rood, de ander wit. Stil schouwde ik op naar de Heer. Mijn ziel was beangst, doch tevens opgetogen van vreugde. Na enkele ogenblikken zei de Verlosser mij: Vervaardig een beeld van Mij, gelijk gij nu aanschouwt, met het onderschrift: Jezus, ik vertrouw op U. Ik wil dat dit beeld vereerd wordt, eerst in uw kapel, en daarna in heel de wereld.

 

  1. Een toenemend aantal verschijningen van Christus

Sinds de dertiger jaren van de vorige eeuw is er sprake van een alsmaar toenemend aantal verschijningen van Christus. Dat merkte ik al, toen ik als pastor in het ziekenhuis werkte. Maar ook later – tot op de dag van vandaag – kreeg ik berichten van mensen die mij vertelden dat ze Christus mochten schouwen.

Het thema kreeg met name bekendheid door het werk van de Zweed Gunnar Hillerdal. Hij schreef in 1972 een boek over het uiterlijk van Jezus Christus. Zijn conclusie was dat de vele gegevens zo tegenstrijdig waren dat men daarom niet kon vaststellen, hoe Jezus Christus er in werkelijkheid heeft uitgezien. Tot zijn verbazing kreeg hij vele reacties van mensen die zeiden dat ze wél konden vertellen hoe Jezus Christus eruit zag, omdat zij Hem hadden mogen zien. Verwonderd over de vele reacties deed hij samen met Berndt Gustafsson nader onderzoek. Dat resulteerde (in 1973) in hun boek: Sie erlebten Christus. In het Nederlands verscheen het onder de titel: Christuservaringen heden.

Hun conclusie op grond van dit onderzoek was dat een verschijning van Jezus Christus in feite heel ‘gewoon’ is: het komt zoveel vaker voor dan men tot dan toe wist. Opvallend bij deze verschijningen is dat Christus zichzelf vaak aanduidt als Ik ben, of met nadruk het woord Ik uitspreekt. Het is één van de manieren, waarop wij Hem kunnen herkennen: het gebruik van dit woord (of deze woorden). Ook bleek uit de vele berichten dat Christus de mensen aan wie Hij verscheen, een blijvende troost, moed, vertrouwen en inzicht schenkt.

In 1991 verscheen in Duitsland het boek Von der Wiederkunft Christi, van Hans Werner Schroeder. Ook daarin staan vele voorbeelden van Christusverschijningen. In het Nederlands verscheen dit boek (in 2000) onder de titel: Over de wederkomst van Christus.

Een voorbeeld uit zijn boek is deze ervaring: Iemand is radeloos en wanhopig. Hij kan niet slapen. Toen, vertelde hij, gebeurde er dit: In deze totale duisternis en radeloosheid kwam een stralende gestalte naar mij. Deze bestond als het ware uit gouden licht. De kamer waarin ik was, was vol licht en klank. Ik hoorde een stem zeggen: “Ik ben”, telkens weer. Mijn gehele wezen was vervuld van licht en warmte. Sinds die dag twijfel ik niet meer!

In 1996 verscheen het boekje van Atie Franken Duparc: En plotseling verscheen Hij. Ook zij werd (als predikante) geraakt door de vele berichten over een verschijning van Christus.

En in 2002 verscheen mijn boek De Verschijningen van Christus in deze tijd dat in 2015 opnieuw werd uitgebracht.

Overigens: er zijn ook mensen – bijvoorbeeld de Finse schilder en beeldhouwer Aaltonen – die vertellen over een verschijning van Christus in een droom.

Anderen vertellen over een ontmoeting met Jezus Christus bij een BDE (bijna-dood-ervaring). Een bijzonder voorbeeld daarvan geeft Betty Eadie. In haar boek Geleid door het licht vertelt zij daarover.

  1. De conclusies van al deze onderzoeken luiden:
  • Er is sinds de Tweede Wereldoorlog sprake van een toenemend aantal Christusverschijningen.
  • Rudolf Steiner vertelde dat deze verschijningen zich vanaf de dertiger jaren van de vorige eeuw zouden gaan voordoen (denk aan Faustina Kowalski). Ingewijden zouden echter al vanaf 1909 in staat zijn de komst van Christus in de etherische wereld waar te nemen (denk aan Sundar Singh).
  • Er is in feite geen toereikende taal om die ervaring te beschrijven: woorden schieten tekort, zeggen velen.
  • Een dergelijke ervaring heeft een heel directe uitwerking op de mensen die dit meemaken; het verandert hun leven voorgoed. Je mag deze ervaring dan ook een inwijding
  • Het lijkt erop alsof Christus zich in deze tijd zelf tot ons wendt om ons wakker te roepen.

Dit alles stelt ons voor de vraag: Wat zit er achter deze toenemende verschijningen? Luiden zij een nieuwe fase in de geschiedenis van het Christendom in? 

  1. De verschijning van Christus aan Paulus

Paulus was de eerste aan wie Christus op een nieuwe manier verscheen. Eerder verscheen Christus weliswaar aan Maria Magdalena, Johannes en vele andere leerlingen, maar dat was na zijn opstanding en nog vóór zijn Hemelvaart – en dus in zijn opstandingslichaam. Na zijn Hemelvaart legde Christus (na zijn fysieke lichaam) ook zijn etherisch en astraal lichaam af. Later daalde Hij opnieuw af naar de etherische wereld en verscheen Hij op een nieuwe manier, gehuld in het etherische lichaam van een aartsengel, aan Paulus. Zo werd Paulus de eerste die het allereerste begin van wat meestal de Wederkomst genoemd wordt, mag meemaken.

De verschijning van Christus aan Paulus (zie in de Bijbel: Handelingen 9) blijkt tegelijk een inwijding van Paulus te zijn. Dat is ook de uitwerking van een verschijning van Christus in deze tijd: deze verandert een mens tot in het diepst van zijn wezen en blijkt daarmee een inwijding te zijn.

Paulus noemt zichzelf (in 1 Korinthe 15 : 8)  een ontijdig geborene (zeg maar: iemand die te vroeg geboren is). Deze uitdrukking betekent dat hij in zijn tijd alvast iets mocht beleven, wat de rest van de mensheid pas vanaf de negentiende eeuw zou kunnen beleven. Hij beleefde in zijn tijd al de eenzaamheid en de angst die mensen in deze tijd beleven, die zich bewust worden van zichzelf en van het wezen van anderen. Ofwel: hij beleefde alvast  iets van wat een mens ervaart die zijn bewustzijn(sziel) ontwikkelt.

  1. De Mysteriën van Christus in deze tijd

In 1907 zei Rudolf Steiner: Christus zal weer op aarde verschijnen, zij het in een andere gedaante dan toen. Hem te ontvangen, Hem te dienen, daartoe zijn wij geroepen!

Rudolf Steiner kreeg ook zelf, omstreeks zijn veertigste levensjaar, een Christuservaring, waarbij hij oog in oog kwam te staan met de Gekruisigde Christus op Golgotha. Zelf zegt hij dat hij bij die ervaring geestelijk stond voor het Mysterie van Golgotha. Deze ervaring was beslissend voor heel zijn verdere leven.

Vanaf 1910 begon hij te vertellen over de komst van Christus in de etherische wereld. Dat zou gebeuren tussen 1930 en 1945, maar ingewijden zouden zijn komst al vanaf 1909 kunnen waarnemen. Rudolf Steiner noemt dit de grootste gebeurtenis van deze tijden zelfs de grootste gebeurtenis van de komende 3000 jaar! Daarbij gaat het steeds om een persoonlijke ontmoeting met Christus op het etherische vlak.

Hoe is dat mogelijk? Doordat de Christus afdaalt tot in de etherische wereld, begint daar het Christuslicht te schijnen. En het is dat licht dat in ons mensen het vermogen schept om Hem met geestelijke ogen waar te nemen. Goethe zei al dat het fysieke oog ontstaan is door het licht voor het licht… Nu beginnen we – door de afdaling van Christus naar de etherische wereld – geestelijke ogen te ontwikkelen die Hem in de etherische wereld kunnen waarnemen.

Rudolf Steiner zegt echter ook dat deze gebeurtenis – de afdaling van Christus tot in de etherische wereld ook ongemerkt aan ons voorbij zou kunnen gaan. Je kunt Hem bijvoorbeeld wel schouwen, maar niet herkennen. Dat komt ook, omdat Christus nu op een andere manier verschijnt dan 2000 jaar geleden: toen in het fysieke lichaam van Jezus van Nazareth, nu in het etherische lichaam van een aartsengel. Maar, zegt Judith von Halle: De geest die in deze engelgestalte leeft, is dezelfde als die tweeduizend jaar geleden leefde in de mens Jezus van Nazareth!

Als deze gebeurtenis spoorloos aan ons voorbijgaat, zullen we tot de volgende incarnatie van moeder Aarde (Jupiter) moeten wachten, tot we weer een gelegenheid krijgen Hem etherisch te schouwen! Dat laat zien hoe beslissend het is dat we ons in deze tijd bewust moeten worden van de nieuwe manier waarop Christus zich in deze tijd met ons verbindt!

Voor zijn afdaling naar de etherische wereld werd aan de Christus (zoals we eerder zagen) het etherische lichaam van een (aarts)engel ter beschikking gesteld. Het benodigde astrale lichaam kreeg Hij van Jezus van Nazareth. De ruimte om zich onvertekend aan ons kenbaar te maken, kreeg hij van de aartsengel Michaël. Deze ruimte werkte als een derde omhulling. Dankzij deze geschenken is het ons mogelijk Hem vanaf deze tijd waar te nemen!

  1. Het tweede offer van Christus – en wel in de etherische wereld

Vanaf de 16e eeuw begonnen de mensen materialistisch te denken. In de eeuwen daarna wordt dit materialisme steeds sterker. Dat had grote gevolgen: na hun dood brachten vele mensen dit materialistische denken mee naar de etherische wereld. Daardoor ontstond er in de etherische wereld langzamerhand een zwarte, materialistische wolk, geladen met donkere, negatieve krachten. Natuurlijk verbond Ahriman zich onmiddellijk met deze wolk en deze krachten. Door zijn inwerking straalden deze donkere etherische krachten terug naar de mensen op aarde en veroorzaakten bij sommige (toch al materialistisch ingestelde) mensen een haat tegen alles wat spiritueel is. (Denk bijvoorbeeld aan de stichting Skepsis: waar komt toch hun haat tegen alles wat spiritueel is, vandaan?)

In de 19e eeuw daalde de aartsengel Michaël af naar etherische wereld en bond de strijd aan  met Ahriman. Die strijd eindigde ermee, dat Ahriman in 1879 overwonnen werd en naar de aarde verbannen werd. Maar in het spoor van Michaël daalde ook de Christus (gehuld in het lichaam van een aartsengel) af naar de etherische wereld. Hij verbond zich in liefde (kwaad kun je alleen met liefde bestrijden!) met de donkere, materialistische wolk. Daardoor gebeurde het dat (het aartsengellichaam van) Christus gewurgd werd door het kwaad: Hij stikte.

Zo bracht Christus in die tijd een soortgelijk offer als dat van Golgotha, maar nu in de etherische wereld. Maar ook deze dood brengt een grote vrucht voort. Want deze bewerkt een opstanding van het Christusbewustzijn in het hart van alle mensen die inzicht verwerven in het mysterie van Golgotha. Deze opstanding is dus niets anders dan het ontwaken van het Christusbewustzijn in onze ziel.

Met dit alles hangt nog een ander mysterie samen: door de verwondering over het mysterie van Golgotha ontwaken in onze harten gevoelens van dankbaarheid en verwondering over dit onvoorstelbare Mysterie. Maar daarnaast ontwaakt in ons een mededogen met de slapende mensheid. Het zijn deze gevoelens die uitstromen tot in de etherische wereld en die daar meebouwen aan het etherische lichaam van Christus. Zo zijn wij het die in deze tijd mogen meewerken aan de opbouw van het etherische lichaam van Christus.

  1. Samenvattend:

De grote lijn van de werkzaamheid van Christus na het Mysterie van Golgotha

  • Christus verschijnt in zijn opstandingslichaam aan Maria Magdalena, Johannes en de andere leerlingen.
  • Gehuld in het etherische lichaam van een aartsengel verschijnt de Christus aan Paulus.
  • In de negentiende eeuw (waarschijnlijk na 1879) neemt Christus – gehuld in het etherische lichaam van een aartsengel – in de etherische wereld de materialistische wolk in zich op: de aartsengel (en dus ook Christus) sterft aan verstikking. Maar door dit tweede offer van Christus kan het Christusbewustzijn nu opstaan in onze ziel. Daardoor worden wij ons bewust van de grote Christus-geheimen,
  • Door dit bewustzijn mogen wij gevoelens van dankbaarheid, verwondering en mededogen de etherische wereld indragen. Daar worden ze tot bouwstof voor het etherische lichaam van Christus.
  • Hoe krachtiger dit etherische lichaam wordt, hoe meer mensen hem schouwend mogen waarnemen.
  • Uiteindelijk zullen wij in de komende 3000 jaar net zo onbevangen met de etherische Christus leren omgaan, als tweeduizend jaar geleden de leerlingen van Jezus Christus met Hem omgingen: zo trekt Christus ons op naar de etherische wereld.
  • Over drieduizend jaar zal Hij ons verder optrekken naar de astrale wereld, en vervolgens – na nog eens drieduizend jaar – naar het Devachan. Maar dat wordt alleen realiteit als wij Hem bijstaan en helpen.
  • Zo maakt Hij de woorden waar die hij volgens Johannes op aarde sprak (in Johannes 13 : 32): En als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.

                                                In Hem ligt jouw toekomst

 

Gedreven door een onbreekbare, wereldomvattende

liefde daalde de Christus, de hoge Zonnegeest, naar

de etherische wereld af die als een geestelijke omhulling

om de aarde ligt. Michaël, de grote aartsengel, had

Ahriman uit deze wereld verdreven, zodat de Christus

er als een stralende zon zou kunnen binnentreden.

De etherische wereld was in die tijd echter zwaar

vervuild: donkere, materialistische en geestloze

gedachten van de mensen hadden deze wereld

zwaar vervuild. Toen nam de Christus deze duisternis

in Zich op om het om te vormen tot lichtkracht.

Maar het duister was zo heftig en zo verhard dat

Christus er een geestelijke verstikkingsdood stierf.

Na het kruis van Golgotha werd dit zijn tweede dood.

Zijn dood leidde echter tot een groot geschenk

voor de mensheid: de Christus stond weer op

in de harten van de mensen die zich voor Hem

open wilden stellen. Daardoor raakten zij in staat

Hem in de etherische wereld waar te nemen. En dit:

de verbinding met Christus in de etherische wereld,

zal het begin worden van hun opklimming vanuit

het diepste duister tot in de hoogste lichtwereld.

Inmiddels zijn er steeds meer mensen die Hem

schouwen mogen. En wie Hem eenmaal heeft

gezien, wordt voorgoed een ander mens in wie

de hoogste liefde tot leven begint te komen.

Wees niet bezorgd als je Hem nog niet mocht zien:

als je je hart vol verwachting voor Hem openstelt,

zal je Hem mogen zien op je sterfbed. Dat zal

een diepe en intense vreugde voor je zijn en je zult

je voorgoed met Hem verbinden. En dankzij deze

verbinding zal je Hem in een volgend leven

schouwen mogen op een wijze die bij jou past.

Verbind je dan in liefde met Hem, richt je hart

op Hem, en weet: in Hem ligt jouw toekomst,

een toekomst vol liefde, warme, eeuwige liefde.

 

www.hansstolp.nl

 Categorie: Inspiratie Nieuws