Interview met Hans Stolp: Rust zacht is een misplaatste term

Van Dichterbijdanooit

“Rust zacht is een misplaatste term”

Pastor en auteur Hans Stolp vertelt over
wat er gebeurt als je dood gaat.

Er bestaat werkelijk geen geschikter decor voor een gesprek
over de dood dan het appartement van Hans Stolp. Het is alsof
de hemelpoort opengaat wanneer je over de dikke, dieprode
vloerbedekking zijn woning betreedt.

Donkerblauwe velours gordijnen steken af tegen
zonnig okergeel geschilderde muren. In de ruimte tref je een overweldigende collectie boeken, brandende kaarsen, iconen,
religieuze beelden en kristallen. Ondanks dat ademt de plek
een positieve rust uit. Net zo positief als Hans zelf, een hartelijke
man met lachende ogen en met een oprechte interesse in degene
die voor hem zit. Zo oprecht, dat het bij vlagen onduidelijk is wie
nu wie interviewt.

Hans was een van de sprekers op het AnkhHermes symposium
‘Wat gebeurt er als je doodgaat – inzicht in leven en sterven’
op 18 november. Samen met Willem Glaudemans (o.a. medevertaler
van de Nag Hammadi-geschriften) en Christophor Coppes
(gespecialiseerd in BDE’s), liet hij de toehoorders kennismaken met
de wereld van licht die ieder te wachten staat wanneer we deze
wereld verlaten. Volgens Hans hoef je daar niet bang voor te zijn.
Zijn missie is om ons te laten zien wat er precies gebeurt nadat we
onze ogen definitief sluiten. In makkelijke taal. Dat is nodig, want de
dood is springlevend, merkt Hans aan de opkomst bij zijn lezingen.
“Drie tot vier keer per jaar geven we een themadag over sterven, en
dat doe ik al zo’n twintig jaar. Elke lezing zitten er weer een paar
honderd nieuwe toehoorders in de zaal. Velen beginnen een
zoektocht naar antwoorden wanneer ze iemand aan de dood verliezen. Mensen die openstaan voor nieuwe antwoorden,
die wil ik graag bereiken.“

De overkant
De luchtige opgewektheid waarmee Hans over de
dood praat, geeft je het gevoel dat hij precies weet
wat ons te wachten staat. Hij heeft talloze mensen gesproken die
een bijnadood-ervaring meemaakten en bovendien is hij zelf in staat
om ervaringen uit ‘de overkant’, zoals Hans het noemt, te ontvangen.
Maar dat laat hij liever achterwege omdat het volgens hem niets
toevoegt aan wat hij te vertellen heeft.
“Ik vertel alleen maar dingen die kloppen bij wat ik zelf gezien heb.
In mijn eigen woorden, die hebben hoop ik genoeg overtuigingskracht.
Het gaat immers niet om theorieën, maar om persoonlijk doorleefde inzichten.”Hans rust op kennis van de oude traditie van het esoterische christendom. “Dit zijn universele inzichten, maar lastig te interpreteren. Deze kennis was in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling nog algemeen bekend, maar na de erkenning van het instituut kerk
stroomde het ondergronds verder. Door Helena Blavatsky, de
grondlegger van de theosofische beweging, is die stroom omstreeks
1875 weer bovengekomen. Zij heeft het samen met de vader van de antroposofische beweging, Rudolf Steiner, opnieuw geformuleerd op
een manier die past bij ons moderne denken. Daar sluit ik me bij aan.”
Hoewel de processen die zich na de dood voltrekken zich op een
aardse manier laten beschrijven, is dat traject niet volgens aardse maatstaven in te delen.
“We zeggen wel dat je drie fases doorloopt en dat je van planeetsfeer
naar planeetsfeer reist, maar tijd bestaat niet, evenmin als ruimte.
Toch heb je die termen nodig om het begrijpelijk te houden.
In wezen is alles al hier. Alles zit in mij, in jou, het is niets meer dan bewustzijnsverruiming. We gebruiken de woorden als aanwijsstokje,
maar we moeten het niet verabsoluteren.”
Het proces van sterven begint eerder dan het moment van sterven zelf.
De ziel weet dat het er aankomt. Als we sterven hebben we geen
eeuwige rust maar volgt juist een periode van geestelijke arbeid.
“Ik moet ook altijd lachen om de term ‘rust zacht’”, grapt Hans.
“Die is volledig misplaatst, het is juist hard werken aan de overkant.”
Dat begint al op het moment dat je balanceert op de grens van leven
en dood, en je het gevoel krijgt dat je je losmaakt van je fysieke lichaam. “Het losmaken van de twee geestelijke etherische en astrale lichamen van het fysieke lichaam begint vaak in de hartstreek. Daar zie
je iets van een wolkje of een lichtflits. Je voeten worden meestal als
eerste koud, want het etherische lichaam waarin de levenskracht zit,
schuift als een huls over je fysieke lichaam omhoog. Bij een pas
gestorvene kun je soms voelen waar het laatste verbindingspunt zit.
De kruinchakra wordt dan gloeiend heet. Maar daar moet je absoluut
vanaf blijven want dan frustreer je het sterfproces.”

Etherische wereld (fase 1) De achterblijvers voelen een diep verdriet
om het verlies van de pas gestorvene die volgens Hans juist een vreugdevolle tijd doormaakt. “Direct na het sterven zie je meestal
op een afstandje je fysieke lichaam liggen. Dat is een bijzondere
ervaring. Je realiseert je dat je zelf nog leeft, en dat je geest sterker is
dan je lichaam. Dat besef roept een intense vreugde op die je
meedraagt tijdens je reis door de sferen.”
Een tweede moment van blijdschap is wanneer je je eerder gestorven dierbaren terugziet. “En bovendien ontmoet je je engel en vaak ook de kosmische
Christus als de Heer van het Karma. Niet in de kerkelijke betekenis,
maar als een universele Christus, de geest, het lichtwezen, of hoe je
het wilt noemen. Ook die ontmoeting geeft weer zo’n diep vreugde
gevoel.”Hoewel het per persoon verschilt, vertoef je de eerste drie
dagen in de levenskrachtenwereld of etherische wereld. Samen met
het wezen van licht zie je in een snel overzicht de film van je leven
terug. Dat gebeurt in een sfeer van grote mildheid en oordeelloosheid.
Al je herinneringen staan als levende panoramabeelden in een cirkel
om je heen. Je klus op aarde is geklaard, het is tijd om te kijken wat je ervan gemaakt hebt.

Astrale wereld (fase 2) Na die drie dagen valt je etherische lichaam
weg en blijft je astraal lichaam met daarin je hogere Zelf over.
Je begint nu je reis door de astrale wereld die je door de zeven planetensferen voert. Eerst de vier Maansferen, daarna volgen de Mercurius-, Venus- en Zonnesfeer. In deze sferen krijg je opnieuw een terugblik. Je verblijft langer in die sferen waarmee je een geestelijke
binding hebt. Bijvoorbeeld wanneer je nog vastzit aan je ego, of aan hebzucht. Heb je daar geen binding mee, dan merk je niet dat je door
die sfeer gaat. Op je astrale reis word je je van jezelf bewust en leer je eerlijk te kijken naar het leven dat achter je ligt. Je gaat invoelen wat anderen voelden die om je heen waren op de momenten die je herbeleeft. “Daar ontstaat ook het verlangen tot vergeving wanneer
blijkt dat je mensen al dan niet bewust hebt beschadigd. Ook groeit de
wens opnieuw te incarneren om alles alsnog in orde te maken.
Ook al is het aan de overkant veel gezelliger.”

Lichtwereld (fase 3) Als je alles hebt verwerkt en losgelaten, valt ook je astrale lichaam weg en treed je de lichtwereld binnen. Wat overblijft is
je hoger Zelf, dat wat je ten diepste bent. Je bent nu vrij van emoties
die verbonden zijn met het astrale lichaam als verdriet, teleurstelling,
angst en onmacht en je gaat als lichtwezen verder. Ook hier voert je
reis je door zeven sferen. Daarin mag je alles wat je in je aardse leven
hebt geleerd, omzetten in nieuwe vermogens die je in je volgende
incarnatie een rijker mens maken. Aan het einde van deze lange reis
wacht je de gang door het middernachtelijk uur. Deze maken we vaak
niet bewust mee. Hiermee begint de voorbereiding op je nieuwe aardse leven, je volgende incarnatie.

Alle hens aan dek
Bepakt met deze kennis valt er inderdaad weinig te vrezen voor de dood. Sterker nog: hoe eerder je dit weet, des te beter je bent voorbereid op de taken die je aan de overkant wachten. Maar het is niettemin evenzo belangrijk wanneer je er later achterkomt. “Op mijn lezingen komen ook
wel tachtigers, die graag eerder hadden willen weten wat ze daar te
horen krijgen. Soms komen ze drie jaar lang elke zaterdag, en dan gaan
ze dood. Denk je op een aardse manier, dan is het spijtig dat ze het zo
laat hebben ontdekt. Maar in een volgend leven worden ze fakkeldragers. Dat wat ze in hun laatste drie jaar als nieuwe inspiratie gevonden hebben, wordt de startmotor voor hun volgende leven.”
Volgens Hans komen er weinig nieuwe zielen naar de aarde.
Hij refereert daarbij aan de Nederlandse, in Australië woonachtige
priester Mario Schoenmaker, die de karmische verledens van mensen
zag. Schoenmaker zegt slechts één keer een nieuwe ziel te hebben ontmoet. “Ik denk dat hij gelijk heeft. De evolutiegolf is nu zo ver op
gang gekomen, dat het bijna onmogelijk is als nieuwe ziel toe te treden.
Je merkt dat veel zielen nu versneld terugkeren om alle karmische
ballast te transformeren in een nieuw leven. We staan aan de vooravond van nieuwe ontwikkelingen, en daarom is het ‘hup, alle hens aan dek’.
Ik las eens de uitdrukking ‘wij zijn de voorlopers van de voorlopers’. De echte voorlopers worden nu geboren, wij zijn hier alleen om die eerste voorlopers wakker te schudden. Denk aan de nieuwetijdskinderen, die komen bijvoorbeeld veel sneller ergens achter dan ik. Ik moest eerst vijfenzestig worden om te weten wat zij al op hun dertigste weten!“
Voor Hans persoonlijk uiten deze bewustzijnsinzichten over ‘de overkant’ zich in een onuitsprekelijk verlangen. “Ik heb een intens diepe band met Christus. Maar ook met aartsengel Michaël. Dat betekent op dit moment voor mij alles. Ik heb een heel diep verlangen om Christus te mogen zien.
Ik verheug me er enorm op om straks, als de klus geklaard is, écht thuis
te komen.”

Meer over de ideeën van Rudolf Steiner: ‘Ons voorland: Rudolf Steiner
over het leven na dit leven’, Arie Boogert, Uitgeverij Christofoor.

____________________

Te vroeg uitgestapt

Het laatste hoofdstuk van zijn nieuwste boek over stervensbegeleiding wijdde Hans aan euthanasie. Dat leverde hem meteen een interview op
in dagblad Trouw. In Nederland denken we erg zwart-wit over euthanasie, vindt Hans, en daar wordt hij een beetje moe van. “Het lijkt alsof je er óf tegen moet zijn, óf je moet alles accepteren. Ik voeg een derde weg toe: euthanasie heeft consequenties voor het leven na de dood en voor je volgende leven. Er zijn veel vormen van euthanasie waar ik vrede mee
kan hebben, maar er is ook een aantal waar ik, in dat kader, persoonlijk minder blij mee ben. Hoewel ik niet degene ben die daarover kan en mag oordelen. Neem de Belgische dichter Hugo Claus. Claus ontdekte dat hij alzheimer had en nog voordat het proces goed en wel begonnen was, liet hij euthanasie plegen. In deze tijd maken we er liever een eind aan dan
dat we afhankelijk zijn. Zo gaan we niet door de les heen die daaraan verbonden is. De Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler Ross deed dat wel, nadat ze na een aantal hersenbloedingen volkomen verlamd en afhankelijk raakte. Juist zij, die altijd alle touwtjes in handen had, moest nu leren om alles letterlijk uit handen geven. Ze is er doorheen gegaan.
“Ik heb ook mensen meegemaakt die alles in hun leven afgerond hadden
en die slechts nog een nauwelijks te dragen pijn voelden.
Dan is euthanasie een versnelling van de laatste sterffase.
Dan heb ik niet het gevoel dat er iets wordt overgeslagen.”

Voor het artikel in Trouw: www.trouw.nl

__________________

Pastor Hans Stolp

Hans Stolp (1942) studeerde theologie aan de VU in Amsterdam en bestudeerde daarnaast de psychologie van G.C.Jung en het esoterisch christendom. Na zijn studie werd hij geschiedenis-, maatschappijleer- en godsdienstdocent in het middelbaar onderwijs. Hij heeft inmiddels circa dertig boeken geschreven, waaronder ook kinderboeken en dichtbundels. Tijdens zijn werk als ziekenhuispastor van het AZG in Groningen publiceerde hij over zijn werk met zieke en stervende kinderen de boeken ‘Als de dood vroeg komt’ en het kinderboek ‘De gouden vogel’. Hierin vertelt hij over de eigen symbooltaal waarin (zieke) kinderen
spreken over ingrijpende vragen van leven en dood. Gedurende de
periode 1987 tot 1994 was Hans radiopastor van de IKON en schreef hij diverse spirituele boeken als ‘Dichterbij dan ooit…’, over verlichtende spirituele ervaringen waaronder bijnadood-ervaringen.
Hans geeft nu bijna twintig jaar cursussen en lezingen over thema’s die samenhangen met het esoterisch christendom. Hij maakt zo die oorspronkelijke, spirituele en esoterisch christelijke traditie (weer) voor
een breed publiek toegankelijk.

Op zaterdagen geeft Hans voor de Stichting De Heraut in Amersfoort diverse lezingen en cursussen (voor de onderwerpen zie www.stichtingdeheraut.nl).
Door Annelies van der Ouw · 26/11/2012 ·

Artikel Koorddanser Magazine, Editie november 2012 ·l

 Categorie: Inspiratie Nieuws