Jullie allen die ik mocht ontmoeten in mijn leven,
jullie zijn mijn leermeesters.
Aan jullie kan ik als in een spiegel aflezen wie ik ben.
Van jullie krijg ik warmte, bevestiging en liefde.
Daarom wil ik jullie allen dankjewel zeggen voor alles
wat jullie mij geven en wat ik van jullie mag leren.
Elke avond voor het slapen gaan bid ik voor jullie
en draag jullie vol dankbaarheid aan God op:
jullie hebben mij rijk gemaakt en geven mijn leven zin.
Makkelijk was het niet altijd: zo gauw ontstonden
er ook misverstanden tussen ons,
zo gauw waren er conflicten waaraan we beiden leden.
En toch, steeds als het ons lukte om het vroeg of laat
uit te praten en de weg naar elkaar weer te vinden,
mocht ik een stille, geestelijke winst behalen:
die van inzicht en van een overwinning op mijzelf.
Want wie is groter dan degene die klein durft
te zijn en die niet aan eigen gelijk vasthoudt?
Zo mocht ik ook op die manier aan jullie groeien.
Makkelijk was het niet altijd: onderweg verloor
ik ook mensen die mij dierbaar waren.
Maar omdat we uit elkaar groeiden,
moesten we elkaar uiteindelijk wel loslaten
en het geschenk van de vrijheid geven.
Als je niet blijft hangen in verwijt, of in boosheid,
geef je de ander daarmee werkelijk
het grootste geschenk dat maar denkbaar is:
om in vrijheid op eigen wijze verder te mogen gaan.
Dat is echt een geschenk.
Ik neem jullie op in mijn innerlijk,
zodat jullie je daar, in mijn hart, kunnen uitspreken
en daar kenbaar kunnen maken wat voor jullie wezenlijk is.
Daar leer ik jullie dus écht kennen: in mijn hart.
En daar draag ik jullie vol liefde in mij mee.
Jullie allen dank ik voor jullie liefde en warmte
die mij tot op de dag van vandaag doen groeien.
Dat wij samen in onze verbinding van hart tot hart,
tot kanaal voor de geest mogen zijn.
Dan worden wij tot handen en voeten van Christus
en is Hij het die ons in liefde samenbindt.
Hans Stolp