INTERVIEW | DORA ROVERS − 03/05/12, 00:00
Euthanasie moet bespreekbaar zijn, vindt theoloog Hans Stolp. Maar we zien volgens hem in de discussie
over vrijwillige levensbeëindiging reïncarnatie over het hoofd. ‘Voortijdig sterven kan gevolgen hebben
voor een volgend leven.’
Euthanasie kan schadelijk zijn voor het leven na de dood en voor een volgend leven. Pastor Hans Stolp,
vertegenwoordiger van het esoterisch christendom, wijst op het gebrek aan reflectie op de gevolgen van
euthanasie als levensbeëindiging. “Ik merk dat bij het praten over euthanasie geen enkele rekening wordt
gehouden met het leven na de dood en met een volgend leven. Alsof er geen consequenties zouden
kunnen zijn.”
Een kwart tot de helft van de Nederlanders, schatten godsdienstsociologen, gelooft in reïncarnatie. Stolp
voelt zich nu geroepen de discussie aan te zwengelen over het effect van euthanasie op reïncarnatie.
Het is niet voor het eerst dat de veel gelezen theoloog een controversieel onderwerp aansnijdt. Met zijn
boeken en lezingen over engelen, Christusverschijningen en zijn overtuiging dat er tweeduizend jaar
geleden twee kinderen waren die allebei Jezus heetten, stoot hij velen af en interesseert tegelijkertijd een
groot publiek. Opgegroeid in een gereformeerd gezin is Stolp met beide groepen vertrouwd. Wat hij als
kind leerde en geloofde, is totaal anders dan zijn huidige zienswijze, ingegeven door ‘innerlijk weten’. “Het
is alsof ik tijdens dit leven geestelijk ben geëmigreerd.”
In zijn appartement in Bilthoven, vol met kaarsen waarvan er altijd één brandt, licht de theoloog zijn
bezorgdheid toe over de in zijn ogen toenemende eenzijdigheid in de discussie over euthanasie.
“Er wordt alleen maar gedacht dat euthanasie leed en pijn bespaart. Dat het daarom barmhartig is, en dat
mensen het zelf mogen beslissen. Heel begrijpelijke ideeën, maar tegelijkertijd wordt er iets overgeslagen,
namelijk de consequenties van euthanasie voor de geestelijke wereld en voor een volgend leven.”
Wat zijn die consequenties?
“De manier waarop je sterft heeft directe invloed op het leven na de dood en een volgend leven. Sterf je in
harmonie, dan zet je als vanzelf een laatste stap en kom je aan de overkant. Maar als je ineens uit je leven
wordt geschoten en pardoes aan de overkant neerploft…”
Stolp pauzeert even. Hij verontschuldigt zich voor zijn woorden, die cru kunnen overkomen. “Wij moeten in
menselijke beelden praten over een wereld die zo veel groter is dan de onze, dus dat zijn altijd een beetje
belachelijke beelden. Het enige wat ik wil zeggen is: laten we in de discussie over euthanasie ook eens
rekening houden met de gevolgen ervan.
Voortijdig sterven kan inhou- den dat het huis aan de overkant nog niet klaar is, zoals mensen die een bijna-
doodervaring meemaakten wel te zien kregen. Dat veroorzaakt leed.”
Wat voor leed bijvoorbeeld?
“Er zijn stervenden die ernstig ziek zijn en ondraaglijke pijn lijden; voor hen is euthanasie vanzelfsprekend.
Zij vinden de weg aan de overkant gemakkelijk. Ze wandelen als het ware naar het licht. Er zijn anderen, die
niet afhankelijk willen zijn en al in een vroeg stadium voor euthanasie kiezen. Bij hen gebeurt het wel dat ze
lang blijven steken in de lagere geestelijke wereld en geen weg vooruit kunnen vinden naar de hogere
geestelijke werelden. Ze hebben geen enkel bewustzijn en benul van de wereld aan de overkant. Ze
dachten dat euthanasie een bevrijding zou zijn, maar plotseling staan ze naast hun lichaam en kunnen niet
meer communiceren met de achtergeblevenen. Dat betekent een immense leegte en een enorm
bedreigende situatie voor velen. Dat gun je niemand.”
Toch vindt u niet dat euthanasie verboden zou moeten zijn.
“Nee, dat dogma moet er volledig af. Euthanasie moet bespreekbaar zijn en de discussie erover moet open
worden gevoerd. Alleen moeten we in die discussie ook rekening houden met spirituele wetten.”
In zijn onlangs verschenen boek ‘Stervensbegeleiding in een nieuwe tijd’ brengt Stolp oude spirituele
inzichten over leven en dood naar voren. Die gaan er vanuit dat de dood niet alleen het einde is van het
lichaam maar tegelijk ook de geboorte van de geest. Stervensbegeleiding moet daarom ook
geboortebegeleiding zijn. Euthanasie blijkt soms een voortijdige geboorte van een nog niet volgroeide
geest,volgens Stolp.
Maar hoe kun je weten wanneer je leven klaar is?
“Je moet niet wachten tot je gaat sterven. Je zou zelf de kracht moeten opbrengen om los te laten in
plaats van door euthanasie losgescheurd te worden De opdracht is dat je midden in het leven al aan het
werk gaat met je zelf. Door je af te vragen: ‘wat is nou eigenlijk mijn les?’, ‘waarvoor ben ik hier
gekomen?’, ‘wat moet ik leren van de problemen en de moeilijkheden?’ Misschien maken die vragen je
alleen maar verbitterd. Zeg je alleen maar ‘waarom overkomt mij dit?’ en ‘ik vind het niet eerlijk’. Dat zijn
uitspraken die ik tot op de dag van vandaag heel vaak hoor. Maar daar kun je niet in blijven steken, want
dan kom je niet verder op de weg naar inzicht. Integendeel, je wordt een verhard mens en sterft
moeizaam. Als je je opsluit in verbittering maak je het sterven heel lastig”
U vergelijkt sterven wel met emigreren.
“Ja, daar zijn programma’s over op televisie. Daarin zie je dat het niet spreken van de taal één van de
belangrijkste redenen is voor het mislukken van de emigratie. Mensen hebben zich onvoldoende
voorbereid en zich onvoldoende gerealiseerd dat ze in een andere cultuur terechtkomen. Degene die
terdege is voorbereid, emigreert makkelijker. En zo iemand komt ook veel bewuster aan in het land aan de
overkant en kan gericht beginnen met de reis daar.”
Is het een goede voorbereiding om ver van tevoren een euthanasieverklaring te ondertekenen?
“Persoonlijk zal ik er niet om vragen en heb ik er ook geen. Overigens kan het best zo zijn dat ik om
euthanasie vraag als het mijn beurt is om te gaan, als de pijn groot is en ik weet dat ik ‘klaar’ ben. Ik wil
mijzelf en anderen de ruimte gunnen om in de situatie zelf te beslissen. Alleen laten we dan zorgen dat we
het verantwoord doen, voor onszelf en voor anderen. Erover nagedacht hebben, dat is eigenlijk op zijn
allersimpelst gezegd waarvoor ik pleit.”
Hans Stolp, Stervensbegeleiding in een nieuwe tijd. Uitgeverij, Ankh Hermes, Deventer. 140 blz. 12,95 euro.
Van ziekenhuispastor tot engelendominee
Hans Stolp (Leiden, 1942) groeide op in een gereformeerd milieu en studeerde theologie aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam. Tijdens zijn werk als ziekenhuispastor in Groningen maakten patiënten hem
deelgenoot van hun bijna-dood- of Christuservaringen.
Zelf sprak Stolp, die rond zijn dertigste naar eigen zeggen van de ene op de andere dag helderziend werd,
openlijk over zijn ontmoetingen met overledenen en engelen. Dat leverde hem niet alleen de
bijnaam ‘engelendominee’ op, het leidde na zeven jaar tot zijn vertrek als Ikon-pastor omdat er volgens
hem bij de interkerkelijke omroep een taboe rustte op engelen, karma en reïncarnatie.
Stolp heeft zo’n vijftig boeken geschreven, waarvan er naar schatting 300 duizend exemplaren verkocht
zijn. Hij schrijft vanuit het esoterisch christendom, dat uitgaat van een verborgen kennis zoals dat
uitgedragen wordt via stromingen als het gnosticisme, de theosofie en antroposofie. Volgens deze
opvatting verkondigde Jezus een geheime, esoterische, leer over onder meer karma en reïncarnatie. Hij
deed dat in de beslotenheid van zijn leerlingenkring en niet in het openbaar, omdat de mensen deze leer (nog) niet zouden begrijpen.